Jobbe

Het verhaal van Jobbe.

Dit is een poging om het levensverhaal van Jobbe op te tekenen. Een ieder die Jobbe kent, weet dat hij niet in staat is zichzelf via het geschreven woord voor te stellen. Ook voor derden is het monnikenwerk om aan de hand van Jobbe’s eigen verklaringen een duidelijk beeld te schetsen van diens leven. Dit is dus maar een poging. Vaak dient getwijfeld te worden aan het waarheidsgehalte. Jobbe’s verhaal is tot stand gekomen vooral door de verhalen die anderen van hem vertellen, zo goed en zo kwaad als dat ging, aan hem voor te leggen en hem te vragen of ze kloppen. Jobbe’s spraakvermogen is zo goed als verdwenen en ook lijkt zijn geestelijk vermogen te zijn aangetast. Er zijn er die denken, dat Jobbe slimmer is dan hij zich voordoet. Het zou hem goed uitkomen zich van de domme te houden. Zo zou het hem makkelijker vallen om een groot geheim, dat hij met zich meedraagt, voor de buitenwereld te verzwijgen.Het enige dat zeker is, is dat Jobbe, die toen deze naam nog niet droeg, nu een vijftiental jaren bij ons volk hoort. Het vermoeden is dat Jobbe op dit moment halverwege de veertig is. Het is dus een oude man die het leven al achter zich heeft. Jobbe is door rondreizende vaganten gevonden. Het verhaal gaat dat zij Jobbe van de verdrinkingsdood hebben gered. Hij zou, tijdens een poging om een aal met blote handen te vangen, te water zijn geraakt. Deze vaganten hebben, met hun kennis van het leven, hem kunnen redden. Het was hen onmogelijk om hem mee te nemen op hun trektochten. Ook ons volk wilde hem niet opnemen, omdat het ons al zwaar genoeg viel de eigen monden te voeden. De vaganten hebben Jobbe op een paar uur gaans in de steek gelaten en hij heeft zelf de weg naar onze nederzetting teruggevonden.

Wie Jobbe goed bekijkt ziet ongetwijfeld dat hij niet van hier komt. Zijn tint en andere kenmerken komen niet voor bij de Westerwolders en ook niet bij de bewoners van aangrenzende streken. Jobbe komt zeker uit zuidelijker streken. Hoe hij in onze contreien verzeild is geraakt is onbekend. Ook hier zijn meerdere verklaringen voor in omloop. Er is een verhaal dat beweert dat zijn moeder al een ziekelijke, zwervende en verstoten vrouw was. Hij zou verwekt zijn in de periode dat zijn moeder was opgevangen door de liefdadigheid. De weldoener achter de schermen zou echter zo nu en dan wel een tegenprestatie verlangen en Jobbe zou hier het gevolg van zijn.

Een andere versie zegt dat Jobbe als jong volwassene is verstoten door de zijnen omdat hij door de duivel bezeten zou zijn. Hij zou toen zelf door de liefdadigheid zijn opgevangen. Men beweert vervolgens dat hij niet kon verkroppen dat zijn vrouwelijke lotgenoten werden misbruikt door hun “weldoeners”. Hij maakte hier veel trammelant om en zou daarom uit de opvang zijn gezet. Maandenlang heeft hij in de buurt van de opvang rondgezworven en het de “hulpverleners”” moeilijk gemaakt. Hij schijnt daar heel agressief te zijn geweest en mensen naar het leven hebben gestaan. Dit laatste verhaal lijkt ons niet aannemelijk omdat wij nooit een schijntje van agressie in hem hebben gezien. Wel bespeuren we grote angst voor het gezag. Personen die hem “uit de hoogte” benaderen boezemen hem angst in. Hij is als de dood voor schout en schepenen. We denken dat hij eerder slachtoffer dan agressor is geweest. Er zijn er die beweren dat Jobbe een drenkeling is die bij een van de vele scheepsrampen over boord is geslagen en op een vlot onze kust heeft bereikt. Het ware verhaal zullen we nooit achterhalen omdat niemand interesse in hem heeft en zijn evt. familie de zoektocht naar hem allang gestaakt heeft, zo zij ooit moeite gedaan hebben om hem te vinden.

Volgens deze overlevering komt hij uit het noorden en zou hij dus uit dezelfde streek komen als de Addinga’s die ook uit het gebied van de Dollard naar onze streken zijn getrokken. Dit maakt dat hij gewantrouwd wordt.

Jobbe is een liefhebber van de vrouwen. Zij hebben echter niets van hem te vrezen omdat hij slechts een beroep doet op hun verzorgende kant. Vanwege zijn besmettelijke aandoeningen leeft hij als een verstotene, maar zorgt er voor in de nabijheid van ons volk te blijven. Soms wordt hij gedoogd in onze negorij. Maar het is ook afhankelijk van de stemming bij onze mannen. Ook daar onder zijn er die denken dat Jobbe meer kan dan hij doet. Ze vinden dat hij hen wel zou kunnen helpen bij allerlei eenvoudige werkzaamheden. Toch hebben zij ook dubbel e gevoelens bij zijn aanwezigheid. Bij hun gang naar de markt wordt hij soms in hun nabijheid gedoogd. De opbrengst van zijn bedelarij is genoeg om er een aardig “gelag” van te betalen. De mannen hebben zo een goedkope avond zonder dat zij het verdiende huishoudgeld hoeven te verbrassen. Zo hebben ze een uitbundige avond en kunnen toch hun vrouwen onder ogen komen.

Om aan zijn kostje te komen moet Jobbe soms zijn charme in de strijd werpen. Wanneer de vrouwen in deze behoefte voorzien, hebben zij verder niets te vrezen. Mocht hij de indruk wekken het vrouwelijk geslacht seksueel te intimideren, dan is dit louter om zijn bedelarij kracht bij te zetten. Hem wordt vaak iets te eten toegeworpen om van het gebedel af te zijn. Wordt hij te opdringerig en wordt hem niets gegund dan wordt hij soms wat hardhandiger terecht gewezen. Sinds Wijfghode in het leven van Jobbe is gekomen is hij rustiger. Nu hij er niet helemaal alleen meer voor staat, zorgt hij voor minder overlast. Hij lijkt zijn lot wat gemakkelijker te dragen. Voor vele buitenstaanders blijft hij een door de duivel bezetene, die je niet in je directe omgeving wilt hebben.