Adelbert

Adelbert was rond 1455 smid voor het klooster te Aduard (Ad Sanctum Bernardum).

Daar verrichtte hij werkzaamheden en onderhoud aan de scharnieren en grendels van het klooster. Ook voorzag hij de monniken van allerlei landbouw gerei. Bij de ontginning van de venen is hij naar het voorwerk Everswolde getrokken.

Dit voorwerk valt onder het klooster Essen dat zich onder andere bezig hield met de waterstaatswerken van Hunze en Aa. In het veen zorgde Adelbert voor goede steekijzers zodat de ontginning en winning van turf door kon gaan.

Zijn bekendheid was groter dan gedacht en zo verzocht Addinga hem in 1473 de grendels en scharnieren van de burcht te vervangen. Na het verrichtten van deze arbeid zou de betaling volgen. Addinga was niet tevreden over de voortgang van het werk waardoor enkele gevangenen konden ontsnappen Volgens Addinga was het kwade opzet!

Adelbert is gevlucht voor de toorn van Addinga. Als vluchteling heeft hij onderdak gevonden bij de Westerwolders. Daar maakt hij gebruiksvoorwerpen om in zijn levensonderhoud te voorzien. Hij droomt van de terugkeer naar zijn vrouw en kinderen in de Boermarke van Eext (Eexterveen). Echter daar zal Addinga hem zeker zoeken.