Geschiedenis

In het zuid – oosten van de provincie Groningen, ingeklemd tussen het huidige Drenthe en Duitsland ligt Westerwolde. Een gebied dat in de middeleeuwen behoorde tot Agredingo.De landstreek Westerwolde was gekerstend vanuit de missiestatie te Meppen. Het gebied was door Lodewijk de Duitser in de 9e eeuw geschonken aan het Duitse klooster Corveij, dat viel onder het bisdom Osnabrück. Dus viel Westerwolde kerkelijk onder Osnabrück. De stad Groningen viel als Drents dorp met het omliggende Gorecht onder het bisdom Utrecht.

De streek was aanvankelijk in leen bij het klooster van Corvey (nabij Höxter) van waaruit de kerstening van het gebied werd opgezet. Dit klooster had een nevenvestiging in Meppen, die hier een centrale rol in speelde.

Corvey gaf Westerwolde in de tweede helft van Middeleeuwen weer in leen aan het geslacht Addinga dat hun land was kwijtgeraakt door het oprukken van de Dollard. Deze heren bouwden het slot te Wedde en voerden een nogal hardvochtig bewind. De bevolking van Westerwolde kwam daar in de 15e eeuw tegen in opstand.

In 1530 kwam het gebied in handen van de Graaf van Gelre, maar al in 1536 werd het veroverd door de troepen van Keizer Karel V.

De naam Westerwolde komt voor het eerst voor in een inkomstenlijst van de abdij van Werden aan de Ruhr. Genoemd worden Westerwalde en Uneswido (Onstwedde).

1150. Een lijst van kerken van de abdij van Corvey aan de Wezer (bisdom Osnabrück) vermeld: Unsved, Wedde, Sallinge, Vlachtwedde en Vrisschenlo. De vertegenwoordiger van de bisschop was de drost, eerst gevestigd in de burcht van Landsegge bij Haren aan de Ems, later in de burcht te Wedde.